Van de week hoorde ik de term vanzelfsprekend toegankelijk. Deze term dekt de lading zo mooi van hoe we het in Nederland (en elders wereldwijd) graag geregeld zouden hebben.
Het betekent zoveel als dat het vanzelfsprekend is dat iedereen met wat voor uiterlijk, innerlijk of lichaamseigenschap dan ook overal naar binnen kan/aan het werk kan/mee kan doen in de maatschappij. Ik noem wat voorbeelden: iemand die het journaal presenteert vanuit een rolstoel; een restaurant waar je niet van tevoren heen hoeft te bellen omdat je in een rolstoel komt of omdat je een aangepast dieet hebt; een werkgever waar het voor zich spreekt dat je een rustmoment in stille afzondering pakt of dat je eerder naar huis gaat vanwege overprikkeling; een bijeenkomst in het kader van inclusie, waar je gewoon het podium op kan, ook in je elektrische rolstoel.
Iedereen is altijd en overal welkom.
Het klinkt voor mij als een droom, zo eentje waaruit je wakker wordt en denkt ‘dat was gek, maar wel heel mooi’.
Ik vrees dat we hier nog lang niet zijn. Er zijn nog steeds werkgevers die mensen niet aannemen omdat ze bijvoorbeeld moeilijker communiceren vanwege een spasme en niet het geduld voor de spraakcomputer kunnen opbrengen en denk eens aan alle restaurants waar je niet naar het toilet kan omdat deze slechts te bereiken is via een steile trap of het is er zo rumoerig dat je als slechthorende daar geen leuke avond gaat hebben.
Toen vele jaren geleden het verbod op roken in openbare ruimtes van kracht werd, stuitte dat op zeer veel bezwaren (van met name verstokte rokers). Inmiddels kunnen we het ons niet meer voorstellen dat je een sigaretje rookt in een trein. Ik hoop dat de inclusie in een stroomversnelling komt en het over een aantal jaar ondenkbaar is dat iemand niet welkom zou zijn, waar dan ook.
Comments