top of page
Foto van schrijverMarianne Nijnuis

Arme buschauffeur

Jonge vrouw in een tamelijk ouderwetse rolstoel wacht op de bus.

We wilden met de bus naar het startpunt van onze volgende Pieterpad-

etappe. Op de website van Qbuzz stond dat alle bussen met uitzondering van een aantal lijnen toegankelijk waren voor mensen met een rolstoel. Of je wel van te voren het servicenummer wou bellen, dan wist de buschauffeur dat je eraan kwam. Tuurlijk. Ik wil best de buschauffeur mentaal voorbereiden op de komst van een gehandicapte. Beware! Ik kom eraan met mijn rolstoel!

 

De eerste busrit was een succes, de buschauffeur allervriendelijkst en het in- en uitstappen of beter gezegd in- en uitrollen was hartstikke gemakkelijk. Dus de volgende dag wilden we ook met de bus. Dat werd het kleine busje richting Oldehove.

Toen we aankwamen was het nog acht minuten wachten. Na een paar minuten kwam het busje aangereden. De chauffeur keek ons nors aan en scheurde vervolgens verder.

Oké, wat gebeurde hier? De bus was uit zicht verdwenen en ook op het digitale bord kwam hij niet meer voor.

Ik belde maar weer met het servicenummer, maar voordat de beste man die ik aan de lijn had iets kon doen voor me, kwam de bus er weer aan. De chauffeur stapte met nog net zo’n nors gezicht uit en keek mij verwijtend aan. Hij klapte wel de oprijplaat voor me omlaag, dus ik mocht blijkbaar toch mee van hem.

‘Moet ik hier voor of achteruit plaatsnemen?’, vroeg ik hem.

‘Ga je nooit met de bus, ofzo?’

‘Eh, gisteren was eigenlijk de eerste keer.’

Met veel gezucht en gesteun werd mijn rolstoel met de daarvoor beschikbare haken vastgezet aan de bodem van het busje.

‘Normaal gesproken doen de begeleiders dit. Ik ben toch zeker geen taxichauffeur,’ zei hij, mijn lief verwijtend aankijkend.

Daar rolstoelgebruikers geacht worden om niet zonder begeleiding op pad te gaan, moest mijn lief wel de begeleider zijn.

Mijn lief keek hulpeloos naar mij. Ik rolde mijn ogen omhoog zoals mijn pubers ook altijd doen wanneer ik iets zeg wat in hun ogen ontzettend suf is. Het liefst wilde ik ook mijn tong uitsteken naar die chagrijn. In plaats daarvan gaf ik mijn lief een luchtkusje.

De volgende dag besprak ik het voorval met een medewandelaar die een stuk met ons opliep.

‘Ach, zei ze. Die arme man. Het speet je vast vreselijk voor hem dat jij gehandicapt bent.’

114 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


Meer nieuwe Blogs? 

Bedankt voor het inschrijven!

bottom of page