Beetje gek
- Marianne Nijnuis
- 15 apr
- 2 minuten om te lezen

Ik trainde mee in een workshop over inclusief werken. Voordat ik daarheen ging, wilde ik heel graag nog even naar het bos, een klein rondje wandelen. Dat is nieuw, dat wandelen. Ik ben pas geleden meegenomen naar buiten.
‘Kom, we gaan een rondje park doen.’
‘Ja maar, ik kan helemaal niet zo ver lopen.’ Lichte paniek en nieuwsgierigheid streden om voorrang. Stel dat het wél lukt.
‘Geeft niets. Het is een route met veel bankjes.’
En aan het einde van de dag had ik een paar honderd meter gelopen.
Sindsdien train ik dus. Die route was te veel, maar met beleid en goede adviezen van de fysiotherapeut kom ik wel steeds verder.
Dus die bewuste ochtend was ik in het bos. Dat bos dat ik zo verschrikkelijk gemist had. Dat bos waar je doorheen kan struinen, je voeten schoppend tegen blaadjes en dennenappels. Mijn rollator bleef daar vele keren op vasthangen, maar dat mocht de pret niet drukken. Er waren geen bankjes in het bos, maar wel boomstronken en wat nog mooier was, het lukte me om best een flink stuk te lopen. Ik heb genoten met volle teugen. Toen ik -veel te snel- weer bij de auto was, zag ik dat ik een kilometer had gelopen! Ik ben zo trots als een pauw op mezelf.
Bij de trainingslocatie haalde ik mijn grote rolstoel uit de auto, en dat voelde zo gek. Heb ik daarvoor net een kilometer gewandeld en dan pak ik nu, voor een veel kleiner stukje mijn rolstoel.
Tijdens de training kwamen vergelijkbare aspecten naar voren. Iemand die elke dag om 15:00 naar huis gaat om zijn energie te bewaken bijvoorbeeld, maar wel ’s avonds gaat sporten of zijn vrienden bezoekt, kan niet altijd op begrip rekenen. En dit terwijl deze persoon vooral goed voor zichzelf zorgt.
En dat is dus wat ik ook heb gedaan: voor mezelf gezorgd. Ik heb getraind, genoten en daarna voorkomen dat ik (gewoontegetrouw) over mijn grenzen ben gegaan. Een beetje gek, maar wel goed dus.
Comments