Ik heb een boek gelezen, geschreven door een journaliste die op haar 49e wordt getroffen door de ziekte van Parkinson. Dat boek lees ik niet zomaar, mijn lief heeft deze rotziekte. Daarnaast word je niet plotseling getroffen door parkinson, maar gaat dit geleidelijk waarbij je je bewust wordt van dingen die niet meer lukken, zoals een arm die je niet meer bij je hoofd kan krijgen. Daarna volgt de diagnose die vaak een opluchting is, in eerste instantie, omdat dan blijkt dat je geen MS of een hersentumor hebt. Wanneer het volle besef tot je doordringt wat deze ziekte inhoudt, is de opluchting omgeslagen in een mokerslag of voel je je inderdaad ‘getroffen’.
Zij schrijft ongelofelijk prettig, op een vlotte manier waarbij ze onderwerpen niet uit de weg gaat, maar tegelijkertijd het ook zo luchtig houdt, dat je niet gaat zitten huilen bij elke bladzijde. Erg fijn voor deze gevoelige tante.
Tegelijkertijd gaat dit boek over het hebben van een chronische aandoening en hoe je hier mee om kunt gaan. Het was zo akelig herkenbaar. Dat je zo gevoelig bent dat je voor de zekerheid een muurtje om jezelf heen hebt gebouwd van luchtigheden, zeker waar het je aandoening aangaat. Dat je met alsmaar ‘nuttig’ bezig zijn, je zelfvertrouwen op peil houdt. En het volle besef dat alsmaar doorgaan en een chronische aandoening een ongelukkige combinatie is.
Dat alsmaar doorgaan heeft mij de rolstoel ingedreven in ieder geval. Een pijnlijk besef. De neiging om dit te bagatelliseren steekt ook nu gelijk de kop weer op.
Ik stel mezelf in ieder geval gerust dat ik de afgelopen jaren een hoop geleerd heb. Zonder (groot) schuldgevoel een boekje lezen, ook als dit geen nuttig boekje is, zomaar midden op de dag. Eerst een blog schrijven voordat ik mijn regelklusjes ga doen, in plaats van de leuke dingen pas op het laatst te doen. En ik luister veel beter naar mijn lijf: kan ik nog wat doen of beter eerst rust pakken?
Nu nog iets met die gevoeligheden. Ach, ik ben ook nog lang geen 49.
Comments