In mijn hoofd kan ik altijd veel meer dan dat de dagelijkse praktijk met mijn lijf uitwijst. Zo had ik bedacht dat ik heus wel kon schilderen in mijn nieuwe huis. Een licht klusje, waarbij mijn lief alvast het zware voorwerk als schuren zou doen. Ik zou tussendoor pauzes pakken en rustig het werk doen. Gezellig ook, samen met de mannen. Een klus waarop ik trots kon zijn. Dat ging helemaal goed komen. In mijn hoofd dan.
Vol goede moed ga ik naar de eerste verdieping om me om te kleden in mijn oude zooi. Wat fijn dat er hier een ruimte is waar je dat helemaal privé kan doen. Oude, orthopedische schoenen, heb ik benoemd tot mijn klusschoenen. Die bieden mij minder steun dan mijn nieuwe schoenen, maar ja, het is maar voor even.
En dan nu de trap af, om alle spullen te pakken, verf, kwasten, oude lap. Daarna twee trappen op om te schilderen. Hijgend klim ik de zolder op. Shit, de schroevendraaier vergeten. Is er iets anders waarmee ik dat stomme verfblik openkrijg?
‘Lief? Wil je mij een schroevendraaier brengen? Ik krijg dat stomme blik niet open.’
Lief komt geduldig met een schroevendraaier boven. Gelukkig staat er al een krukje.
Licht hijgend, maar enthousiast begin ik aan een balkje op lage hoogte. Tevreden bekijk ik het resultaat. Nu het balkje daarboven. Ik wurm mezelf overeind. Met het blikje in mijn hand schilder ik de hogere balk. Ik zou best even kunnen slapen. Pauze dan maar.
Twee trappen naar beneden voor een kop thee. Ik heb niet zo’n zin meer. Maar ik laat mezelf toch niet kennen?
Ik klim de twee trappen weer op. Na nog een balkje accepteer ik de lege batterij. Ik stop, kleed me om en ga naar huis. Ik heb dit toch mooi maar gedaan!
’s Avonds doet mijn linkerhand gillend veel pijn. Dat komt vast van het vasthouden van dat stomme blikje. Mijn enkels doen moordend zeer, de pijnscheuten schieten door mijn rechterbeen (die stomme zenuw zit vast weer klem). Bah, mijn rug zeurt net zo lang tot ik maar ga liggen. Mijn nek doet ook een duit in het zakje met koppijn als favoriete klacht de dag erna.
Kortom: zelfs schilderen, wat ik altijd zo netjes kon, kan ik niet meer. Misschien moet ik maar met verve andere rollen uitproberen als chauffeur (in mijn aangepaste bus), spullensjacheraar, regelneef of koffiedame.
Comments